‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌  ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌  ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌  ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌  ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌  ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌  ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌  ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌  ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ ‌ 
                                                           
 
 
 
 
 
 
Nieuwsmail gebiedsproces
Wormer- en Jisperveld en Kalverpolder
 
Provincie Noord-Holland werkt samen met betrokkenen en belanghebbenden aan de toekomst van Wormer- en Jisperveld, Engewormer, het NNN-deel van Wijdewormer en de Kalverpolder. Graag houden we u via deze nieuwsbrief op de hoogte van de ontwikkelingen in het gebiedsproces. Kent u iemand voor wie deze nieuwbrief ook interessant is? Stuur deze dan door. Aanmelden kan via de link hieronder.
 
Aanmelden
 
Bezoek gedeputeerde Rosan Kocken
 
Onlangs bezocht Rosan Kocken het Wormer- en Jisperveld. Rosan is gedeputeerde van de provincie Noord-Holland voor o.a. natuur en landschap. Bij dit werkbezoek waren verschillende partijen aanwezig: Natuurmonumenten, het collectief uit Engewormer, een eilandeigenaar, de Watersportvereniging Wormer, een zorgboer, een melkveehouder, HHNK, de gemeente Wormerland, de agrarische natuurvereniging Water, Land en Dijken, LTO Noord en Provincie Noord-Holland. Tijdens een vaartocht vertelden een aantal partijen over hun kijk op het gebied. Hoewel ieder zijn eigen belangen heeft, werd ook duidelijk dat er behoefte is aan een gemeenschappelijk beheerplan. Daarnaast moet er ook een plan (ontwikkelvisie en uitvoeringsplan) komen voor de wettelijke opgaven die er liggen, zoals minder uitstoot van broeikasgassen, verbetering van de waterkwaliteit en de natuurdoelen. Dit zijn concrete acties waar we de komende tijd gezamenlijk mee aan de slag gaan.
 
 
 
 
Wat gebeurt er met aangekochte gronden door Schiphol?
 
We hebben veel vragen gekregen over wat er gaat gebeuren met de grond die in het Wormer-en Jisperveld is aangekocht door Schiphol. Navraag leert dat Schiphol een natuurvergunning nodig heeft vanwege de stikstofeffecten van de luchthaven op Natura 2000-gebieden. Daarom heeft Schiphol onder andere in het Wormer- en Jisperveld agrarisch vastgoed en de bijbehorende (natuur)vergunningen met stikstofruimte aangekocht. Met de aangekochte stikstofruimte heeft Schiphol een natuurvergunning aangevraagd bij het ministerie van LNV. Schiphol zet de aangekochte stikstofruimte en natuurvergunningen in om haar eigen activiteiten vergund te krijgen via extern salderen.

De minister voor Natuur en Stikstof heeft Schiphol een natuurvergunning verleend op 26 september 2023. Er is beroep ingesteld tegen de verleende natuurvergunning, waardoor de vergunning nog niet onherroepelijk (vastgesteld) is. Het is niet uitgesloten dat een nieuw besluit of aanpassing van het genomen besluit nodig is. Een besluit wordt pas onherroepelijk na uitspraak van de (hoogste) rechter of als geen beroep meer mogelijk is. De beroepsprocedure kan nog enkele jaren duren. Tot de vergunning onherroepelijk is, zal Schiphol het vastgoed in eigendom houden en (laten) beheren. Tot die tijd is het onduidelijk wat er aan bemesting en beweiding mogelijk is en blijft op de grond van Schiphol. Pas als de vergunning onherroepelijk is, wordt duidelijk of een toekomstige nieuwe eigenaar voor beweiden en bemesten een nieuwe vergunning moet aanvragen. Tot dan is het ook onbekend of Schiphol de gronden gaat verkopen en wie de nieuwe eigenaar gaat worden.
 
 
Dichtslibben van het gebied
 
Baggeren is een onderwerp waar vaak vragen over worden gesteld. Zoals: waarom is er ondanks dat er gebaggerd wordt veel slib in het gebied? Of wie is er verantwoordelijk voor het baggeren? Navraag bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) leert dat baggeren niet alleen voordelen heeft, maar ook nadelen kent.

HHNK baggert voornamelijk om de af- een aanvoer van water te garanderen. Het water kan doorstromen, zodat de waterkwaliteit goed blijft en wateroverlast voorkomen wordt. Daarnaast kan baggeren ook helpen om waterlopen (zoals sloten, kanalen een rivieren) voldoende diep te houden en vaarbewegingen mogelijk te maken.

Uit ervaring blijkt echter dat dit slechts tijdelijk werkt. In veenweidegebieden zijn de waterlopen vaak breed en de stroomsnelheden laag. Een baggeractie kan daardoor weer leiden tot nieuwe bagger. Dat kan ervoor zorgen dat waterlopen binnen enkele jaren na het baggerwerk net zo (on)diep zijn als voor het baggerwerk. Een deel van de bovenste baggerlaag in veenweidegebieden is vaak zo waterig dat deze sliblaag makkelijk met de onderstroming meebeweegt. Zo verplaatst het gemakkelijk door het gebied heen en daalt ergens anders neer. De diepere delen van het water worden hierdoor binnen een korte tijd veel ondieper en de ondiepere delen worden juist dieper. Daardoor wordt vaak in het begin van het vaarseizoen overlast ervaren en dit lost zich in de loop van het vaarseizoen deels vanzelf op.

Niet onbelangrijk is dat baggeren een grote impact heeft op het water en bodemleven. Het is daarom van belang de baggerfrequentie zo laag mogelijk te houden. Daarnaast is het (ver)plaatsen van bagger niet altijd eenvoudig en zijn de kosten van baggeren hoog. In het gebiedsproces komt dit onderwerp, in samenhang met de andere uitdagingen in het gebied, ook aan de orde. Of dit uiteindelijk leidt tot een uitvoerbaar baggerplan is nog niet duidelijk.

De verantwoordelijkheid voor het baggeren ligt verdeeld: de primaire wateren zijn de verantwoordelijkheid van HHNK. De secundaire en tertiaire wateren moeten over het algemeen worden onderhouden door de aanliggende grondeigenaren. Op deze kaart is te zien wat de primaire, secundaire en tertiaire wateren zijn. Meer informatie over baggeren is te vinden op de website van de HHNK.
 
 
 
In gesprek met Peter Hoogervorst
 
Peter Hoogervorst is een bekend gezicht in Laag Holland. Hij werkte namens de provincie Noord-Holland maar liefst 13 jaar als programmamanager voor dit gebied. Binnenkort gaat hij met pensioen.* Hoe kijkt hij terug op de afgelopen jaren en wat wil hij alle deelnemers aan het gebiedsproces meegeven? Deze vragen stellen we hem graag in een kort interview.

Hoe kijk je terug op de afgelopen 13 jaar?
Ik kijk met veel plezier terug. Zo is in 2022 een integraal gebiedsprogramma voor Laag Holland vastgesteld, met inbreng van alle partijen in de regio. Vervolgens zijn we met een provinciaal team van circa 10 mensen gaan werken aan de uitvoering ervan, door middel van gebiedsprocessen. En met nog meer inbreng vanuit andere partijen. Eén van die gebiedsprocessen is het Wormer- en Jisperveld (inclusief Engewormer, het NNN-deel van Wijdewormer en de Kalverpolder).

Waar ben je het meest trots op als je kijkt naar jouw loopbaan bij de provincie?
Ik ben trots op de samenwerking. Laag Holland is een ingewikkelde regio met landbouw-, natuur- en recreatiebelangen, met vele opgaven en toch weten we daar met alle overheden en gebiedspartijen in goed overleg steeds stappen in te zetten. Die stappen zijn soms groot, zoals alle onderzoek in het beperken van de bodemdaling en de eerste boeren die maatregelen gaan treffen via het Loket Veenweideboeren van de agrarische natuurvereniging. Andere stappen zijn soms bescheidener, of we zijn al weer vergeten dat ze ooit gezet zijn. Zo was Laag Holland één van de eerste regio’s met Toeristische Overstappunten en met een netwerk van Rustpunten.

Ik heb het maar eens opgeteld. Naast wat we als provincie regulier investeren in het Natuurnetwerk en agrarisch natuurbeheer, hebben we geïnvesteerd in meer dan 200 projecten die zijn uitgevoerd door de gebiedspartijen zelf. Ook daar ben ik trots op, dat laat zien dat de samenwerking niet alleen uit praten en papier bestaat, maar dat we er ook echt mee aan de slag gaan.

Welke ontwikkelingen heb je de afgelopen jaren gezien in het Wormer- en Jisperveld?
Uiteraard zijn er de bekende trends: Schaalvergroting en verbreding van de landbouw. Zorg om het behoud van de biodiversiteit, mede door stikstofuitstoot van landbouw, industrie en wegverkeer. Een waterkwaliteit die niet op orde is. Ook zijn er opgaven door klimaatverandering, (zoet)wateroverschotten en -tekorten en CO2-uitstoot door veenafbraak. Maar gelukkig ook wel weer lichtpuntjes, in de trends van sommige weidevogels. Het is nog te vroeg om dit definitief vast te stellen, maar enkele soorten lijken zich enigszins te herstellen.

Waar liggen volgens jou de grootste uitdagingen voor het gebied?
Het is een groot gebied, dus we kunnen zoneren. Aan de randen landbouw, weidevogelbeheer en recreatie. In de kern een heel extensief beheer, gericht op Natura 2000-soorten en -habitats. Deze uitdaging zie ik positief, dit gaat wel lukken met een goed gebiedsproces. De echte uitdaging is om de provincie niet alléén trekker te laten zijn van een omvangrijk en lang proces als dit. Agrariërs, dorpsraden, de visserij, de recreatieve sector: meedoen en meetrekken is cruciaal voor een gebiedsproces.**

Het is aan elk gebied -waaronder het Wormer- en Jisperveld- om te laten zien of en hoe de weidevogels er toekomst houden en er een reden is om hierin te blijven investeren. Ik zie dat op voorhand niet somber in voor het Wormer- en Jisperveld. Er is een mix van natuur- en agrarische inspanningen mogelijk, de landbouw is redelijk vitaal aan de randen van het natuurgebied. Voorwaarde is wel dat er goed wordt samengewerkt. 

Wat wil je alle deelnemers van het gebiedsproces graag meegeven?
We gaan een periode in met minder grote geldpotten voor alle opgaven. Dit vergt keuzes in de uitvoering ervan bij alle deelnemers aan de gebiedsprocessen. En soms een wat langere adem om alle opgaven te kunnen realiseren.

* Mia Dröge volgt Peter Hoogervorst op als programmanager Laag Holland bij de provincie Noord-Holland.

**Mocht je willen meedenken, mail dan naar WJK@noord-holland.nl en dan ontvang je een uitnodiging voor de participatiebijeenkomsten die na de zomer plaatsvinden. 

 
 
 
 
 
Meer informatie
 
Kijk voor meer informatie op noord-holland.nl/gebiedsproces-wjk of neem contact op via wjk@noord-holland.nl
 
 
 
Volg ons op social media
 
 
 
www.noord-holland.nl