Werken in leefgebied van vleermuizen, huismussen en rietzangers

In de omgeving van de N243 leven verschillende diersoorten. Tijdens de werkzaamheden voor het project houden aannemer Boskalis en de provincie Noord-Holland rekening met bijvoorbeeld vleermuizen, huismussen en rietzangers.

Ecoloog Kars Klein Wolterink van Boskalis vertelt hierover.

Vliegroutes vleermuizen

“Vleermuizen verblijven in bomen langs de N243 en hebben vliegroutes over verschillende sloten. Langs deze vliegroutes komt geen verlichting na de reconstructie en groot onderhoud van de N243. Zo kunnen de vleermuizen in het donker blijven vliegen en blijven de vliegroutes bestaan."

Nesten huismussen

"Boskalis verwijdert geen nesten van huismussen voor de werkzaamheden. Wel moet struweel worden weggehaald om een kabel te verplaatsen. Struweel is vooral belangrijk voor pas uitgevlogen huismussen voor dekking en voedsel. Het project heeft een ontheffing om het struweel weg te halen. Deze ontheffing is nodig vanwege de huismusnesten bij de omliggende woningen."

Een huismus

Een huismus. Foto door: Kars Klein Wolterink.

Rietzanger in de Eilandspolder

"De rietzanger (een kleine zangvogel) is een zogenoemde ‘kwalificerende soort’ voor het Natura2000-gebied de Eilandspolder. Dit houdt in dat er doelen voor deze soort zijn. Een doel is bijvoorbeeld dat de kwaliteit en grootte van het leefgebied behouden moeten worden. De werkzaamheden mogen de soort dus niet verstoren. Daarom worden langs de Eilandspolder tijdens het broedseizoen geen werkzaamheden uitgevoerd.”

De natuur staat niet stil

“Voor de werkzaamheden starten, maken we een ecologisch werkprotocol. Dit is een document met de maatregelen die nodig zijn voor de verschillende soorten in de omgeving van het project. Hierin staat bijvoorbeeld op welke manier we tijdens avond- en nachtwerkzaamheden de bouwplaats kunnen verlichten zonder vleermuizen te verstoren. En ook welke periodes kritisch zijn voor welke soorten. De natuur staat niet stil, maar het broedseizoen is de meest kritische periode. Globaal loopt deze periode van half maart tot eind augustus. De precieze periode verschilt per soort en kan door het weer ook afwijken. Vleermuizen blijven tot wat later in het jaar actief. In tegenstelling tot de meeste broedvogels.”

Goede soortenkennis en voorbereiding

“Het is altijd een uitdaging om niets over het hoofd te zien. Sommige soorten leiden best een verborgen bestaan of zijn alleen ’s nachts actief. Een goeie soortenkennis en een goede voorbereiding is hierbij heel belangrijk. Net als regelmatig bespreken met de uitvoerders wat de stand van zaken is op het project en of er nog wijzigingen in de planning zijn.”

Rust bij nesten

“Tijdens de werkzaamheden kan het projectteam mij bereiken met vragen. En ik controleer regelmatig of de werkzaamheden geen nesten verstoren. Als we met minimale verstoring en zonder ecologisch gegronde vertraging het project af kunnen ronden, ben ik tevreden.”

Iedere werkdag anders

“In mijn werk als ecoloog houd ik rekening met verschillende planten- en diersoorten vanuit de Wet Natuurbescherming. Deze wet moet ervoor zorgen dat de verschillende soorten in de natuur blijven bestaan. En dat kwetsbare soorten niet verdwijnen. Mijn werkdag ziet er altijd net een beetje anders uit. In maart begon het veldseizoen: de eerste broedvogels gaan broeden en de eerste amfibieën komen uit winterslaap. Dan ben ik veel buiten, mijn favoriete tijd van het jaar. De ene dag sta ik met een schepnet bij een watergang om te bemonsteren op beschermde amfibieën. En de volgende dag schrijf ik op kantoor een ecologisch werkprotocol. Die afwisseling van locaties en werkzaamheden vind ik heel leuk.”

Kars Klein Wolterink

Kars Klein Wolterink.